Alvorens zich in een transactie te verbinden met betrekking tot door de vennootschap uitgegeven financiële instrumenten of hiermee verbonden financiële instrumenten, dient elke bestuurder en werknemer van de vennootschap of van een vennootschap binnen de groep alsook elke persoon die een nauwe band heeft met hen, de voorzitter van de raad van bestuur hierover te informeren die hen desgevallend zal meedelen of er al dan niet een ‘verboden dan wel gesloten’ periode van toepassing is.
Tijdens dergelijke gesloten of verboden periodes mogen de transacties enkel plaatsvinden middels voorgaande toestemming van de voorzitter van de raad van bestuur.
De bestuurder of werknemer dient de voorzitter van de raad van bestuur te verwittigen omtrent de feitelijke realisatie van de geplande transactie.
De « gesloten periodes » zijn de volgende:
De « verboden periodes » of periodes die worden beschouwd als bevoorrecht gaan in vanaf het moment dat kennis wordt genomen van bevoorrechte informatie (in de zin van artikel 1, 1° van de Wet van 9 mei 2006 betreffende marktmisbruik) door een bestuurder tot aan de publicatie ervan.
De transacties met betrekking tot financiële instrumenten die door de vennootschap worden uitgegeven of met betrekking tot instrumenten waarmee zij verbonden zijn zullen openbaar worden gemaakt als de publicatie ervan door de wet wordt opgelegd.